Dag 5 Fietsen tegen de sterren op

Jammer

Na  een paar dagen rust in de benen, vertrek ik rond half acht weer voor het vervolg van mijn tocht. Veel zin heb ik niet maar eenmaal op de fiets en het zonnetje dat al goed haar best doet, valt het wel mee. Het is nog behoorlijk koud in de ochtend en ik zet er een beetje vaart in om het wat warmer te krijgen.

Als ik in Westerbork aankom, kijk eens even op de iPod. Mijn mails checken, de website bekijken en ook eens loeren op het belang van Bocholt. Ik zie dat Chris de activiteit van 3 april aan de Luysmolen ook al heeft gepost. Ik had hem eerder al gesproken en was dolblij te horen dat de kijkavond zo’n succes is geweest. Nu ik de foto’s op ecns.be zie, kan ik nog beter begrijpen waarom hij zo verheugd klonk aan de telefoon. Dit is echt een vliegende start. Een dikke proficiat aan allen die deze avond zo goed hebben doen verlopen! En blijkbaar zijn er nu al mensen die vragen om een volgende kijkavond. Het kan verkeren.

Ondanks ik zo blij ben, vind ik het ook jammer natuurlijk dat ik er niet bij was. Maar nu moet ik het afmaken op de fiets hier. Ik ben trouwens benieuwd of er al veel op de ‘vind ik leuks’ is geklikt. We zullen wel zien… Ik zie ook nog op de website dat Rene en Arlette hebben gereageerd. Rene staat op het punt te vertrekken voor zijn tocht. Nog eens veel sterkte op je tocht Rene. En bedankt voor de reactie allebei.

Onverwacht

Ik rijd verder door het Drentse landschap. Even later stop ik even aan het water om een koffietje te maken. Het is hier heerlijk. De zon doet nu echt haar best en ik geniet even aan het water terwijl dat andere water opwarmt.

Als ik uiteindelijk aan mijn eerste stopplaats aankom, ben ik eerst een beetje teleurgesteld. ASTRON, het Nederlands instituut voor radio-astronomie ziet er niet echt uitnodigend uit. Het staat hier vol met auto’s en het geeft me echt wel de indruk dat ik bij een bedrijf als een ander ben aangekomen. Ik rijd een beetje verder en kan me dan toch verheugen op de grote radiotelescoop die pal voor mij staat. Er wandelt ook een man langs die me aanspreekt, vragend naar mijn tocht natuurlijk. Mensen zien onmiddellijk aan je fiets dat je niet zomaar een toertje aan het maken bent. Ik doe een beetje mijn uitleg over het doel van deze tocht en hij stelt voor om even mee naar binnen te gaan. Hij werkt hier namelijk en wil me graag even een rondleiding geven. Derek, zo stelt hij zich voor, laat me de vele ruimtes zien die hier in dit gebouw gevestigd zijn. Hij laat me onderzoekkamers, freesruimtes, optische werkkamers, een geluid- en radiostraling vrije kamer en nog veel meer zien. Dit had ik echt niet verwacht.  Een persoonlijke rondleiding. Derek laat weten dat we met onze vereniging altijd welkom zijn om eens een bezoek te brengen. Ik vind het best. Bedankt Derek!

De laatste zon

Als ik afscheid neem, ga ik nog even langs de grote telescoop. Ik neem er nog een foto en geniet even van het landschap er tegenover. Ik zit hier in het Nationaal Park Dwingerderveld. Het is hier prachtig. Er staat een man vlakbij de telescoop in het gras te kijken. Ik ga er naar toe en hij wijst me een addertje aan dat daar ligt te genieten van de zon. Goed dat hij het gezien heeft. Ik zou het nooit hebben gevonden.

Ik ga verder naar mijn volgende halte: Plantarium Cinedrome, iets verderop. Maar als ik daar aankom, blijkt het gesloten te zijn. Er loopt een oudere man rond, bezig met parasols te plaatsen aan de bankjes die voor het gebouw staan. Omdat het bezoek bij ASTRON toch wel wat tijd in beslag heeft genomen, besluit ik de man niet aan te spreken en verder te gaan.

Ik passeer door Meppel, een stadje met gezellige hoekjes. Er zijn leuke terrasje en ik heb wel zin om een koffietje te drinken. Maar ik zie dat de bewolking begint toe te nemen en rijd toch maar verder. Ik moet nog 40 km rijden en heb geen zin in regen vandaag. De vlaktes krijgen trouwens weer de overhand en de wind zet bij momenten weer op. Ik heb zo’n vermoeden dat dit wel eens de laatste zon zal zijn die ik deze reis zie.

Niet voorzien

In Staphorst kom ik aan een veldschuur die is omgebouwd tot een educatief centrum voor natuur, cultuur, historiek en archeologie. En meteen gaan mijn gedachten weer naar Bocholt. Dit moet er ook komen. Wel een sterrenwacht erbij. Ah ja! Ik ga toch nog eens aan de mouwen trekken van de heren en dames politici…

Terwijl ik door Overijssel  fiets, passeer ik Hasselt. Oei, ben ik te ver gefietst??? Even later gaat het via Zwolle door naar het fiets- en voetgangerspondje dat me naar de provincie Gelderland moet leidend. Maar jammer genoeg is dit pondje gesloten. Dit had ik niet voorzien. Een vriendelijk man op een fiets toont me de brug die ik moet nemen. Mooi zo, die ben ik een kwartier geleden voorbij gereden! Even een blokje om dus.

Na een dik uur fietsen kom ik aan op mijn volgende overnachtingplaats. Ik wordt er, inderdaad alweer, hartelijk ontvangen door Bouwien en Heike. Ze laten me mijn huisje zien waar ik de nacht zal doorbrengen. Het is er lekker knus. Een kleine woonkamer, keuken en slaapkamer. Wat moet ik nog meer hebben! Ik ben blij dat ik op tijd ben aangekomen. Zo heb ik nog wat aan mijn avond. Een heerlijke douche nemen, wat eten en mijn verslagje maken. Ondertussen is het buiten begonnen met regenen. Dat wordt lachen morgenvroeg….

Dag 4 Fietsen tegen de sterren op

Kleine wereld

Echt goed heb ik niet geslapen vannacht. Dat komt zeker niet door het bed. Dat was heerlijk knus. Maar het is nu wel al de tweede nacht op rij dat ik, ondanks ik vermoeid ben van de fietstocht, slecht heb geslapen. En ik word dan ook nog wakker met buikpijn en een licht misselijk gevoel. Ik pak mijn spullen weer bij elkaar, maak mijn fiets in orde voor de volgende tocht en doe het licht en het gezellige kacheltje in het tuinhuisje uit. Als ik de keuken binnen ga, zie ik dat er al een lekker ontbijt klaar staat in huizes Van Dijken. Mijn gastvrouw schenkt me een heerlijk kopje koffie in en we beginnen wat te praten over Friesland en haar taal. Een taal ja, want het Fries is geen dialect. Je leert het hier trouwens op school. Even later komt ook Rob, de man des huizes aan tafel. Blijkt dat zij vrienden hebben in Achel. Nu weten ze ook meteen waar Bocholt ligt. De wereld blijft klein…

Saai

Ook al voel ik me niet opperbest, ik zorg toch dat ik voldoende heb gegeten. Alleen het eitje heb ik links laten liggen. Ik neem afscheid en verlaat Noordbergum richting Groningen. Maar eerst moet ik nog een heel eind door Friesland. Het is een grijze grauwe ochtend.

De weinige wind die waait, duwt me aan een goed tempo vooruit. En ik vind het best. Echt veel valt er niet te beleven, ook niet wat landschap betreft. Ligt het aan de grijze ochtend of misschien aan het feit dat mijn benen pijnlijk aanvoelen, idem dito voor mijn achterste?

Een nogal roze ‘boom’ geeft een beetje kleur aan de dag.

Maar voor de rest is het best saai. Ik stop even aan een bank. Ik heb zin om een tasje koffie te maken.

Maar als ik eenmaal ben afgestapt, heb ik al geen zin meer om mijn tassen open te doen om mijn brandertje boven te halen. Ik blijf eventjes zitten, kijk wat in het rond en spring terug de fiets op. Nu ja, springen is veel gezegd. Het voelt aan alsof al de gel uit mijn zadel is gelopen…

Ik blijf het saai vinden en besluit dat het misschien niet slecht is om mijn mp3 speler boven te halen.

Op muziek van Pink Floyd, U2, en The Cure, gaat het verder en rijd ik de provincie Groningen binnen.

Fietser let op de fietsers

Een half uurtje nadat ik wat heb gegeten op een mooi brugje, zie ik in de verte de stad Groningen opduiken.

Ik ben halfweg en heb daar nog ‘maar’ vier uur over gedaan. Het is duidelijk dat deze dag niet snel genoeg vooruit kan gaan. Ik rijd Groningen binnen via een mooi groot park. Veel studenten zie ik hier tijdens het middaguur. Ook veel joggers. Aan het station gekomen moet ik toch even halt houden om mijn ogen de kost te geven aan de honderden (duizenden?) fietsen die er staan gestald.

Ongelooflijk wat hier bij elkaar staat. Als ik iets verderop weer even stop om een foto te nemen van de opzichtige kleuren van enkele gebouwen, valt mijn oog op die andere fietsen. Onder de brug ligt een boot, of toch iets wat drijft, met daarin ook heel wat fietsen.

Maar die zijn duidelijk niet van de straat geplukt. Die komen van iets dieper denk ik.

Ik rijd verder naar mijn volgende doel: een oude zonnewijzer aan het Prinsenhof. Onderweg daar naar toe, merk ik op dat Groningen mooie oude, maar ook veel opzichtige en felgekleurde gebouwen heeft.

Oud en modern netjes naast elkaar. Bij het Prinsenhof kan ik eindelijk de zonnewijzer bewonderen.

Het is op zich een mooi werk, maar ik ben toch teleurgesteld over hoe hij er bij ligt. Of hangt beter gezegd. Naar mijn mening wordt het tijd voor een kleine opsmuk of restauratie van dit toch wel historisch waardevol stuk.

Ik blijf niet lang hangen op dit punt, waar ik ook meteen het verst van huis ben: een goede 240 kilometer, in vogelvlucht welteverstaan.

Veel fietsen in Groningen dus. Als fietser moet je hier dan ook niet op de auto’s letten. Nee de automobilisten letten wel op jou. Als fietser moet je op de fietsers letten. Langs alle kanten zoeven ze voor, naast en achter je. Ik neem dan ook maar een beetje de Nederlandse stijl van fietsen over. En een rood licht betekent dus niet altijd dat je moet wachten.

De laatste loden blokken

Nog 25 km te gaan. Iedere dag worden de laatste kilometers dat je denkt ‘ik wil er zijn’ langer. Keek ik de eerste dag voortdurend naar de laatste 5 km, nu doe ik dat al vanaf de laatste 25 km. Mijn benen doen pijn en iedere keer als ik terug moet beginnen pedalen bij een kruispunt voelt het aan alsof ik al duizend km heb gefietst. Ondertussen is het landschap mooi bosrijk geworden.

Dit is Drenthe.

Als ik in een klein dorpje passeer, bots ik op een wegafzetting. Ik kijk op mijn gps en zie dat ik een sluipweg kan nemen. Maar ook hier kom ik terug op een wegafzetting uit vanwege werken aan de riolering. Ik denk er het mijne van en rijd toch over de hobbelige weg. Tot ik aan de werken aankom en zie dat er geen doorkomen aan is. Geen cm is er om deze blokkade te kunnen passeren. Dat worden drie extra kilometers omrijden.

Als mijn gps me ook nog eens over een onverhard pad rijd en even later af moet stappen door de mulle zand onder mijn wielen, zakt de moed me in de schoenen.

Ondanks ik vandaag zo snel vooruit ga, voel ik me helemaal leeg. En alsof de duivel er mee speelt moet ik plots alles geven om aan een grote loslopende hond zijn tanden te ontkomen. Blaffende honden zeggen ze wel eens… maar deze had toch de intentie niet op zijn stappen terug te keren.

Nog een 13 km te gaan. Het begint te regenen. Ik stop aan een bankje en neem me wat te drinken.

Het begint harder te druppen, maar ik heb geen zin om mijn regenkledij uit te halen. Alles doet pijn. Ik wil er zijn.

Rust (laat maar even roesten)

Eindelijk kom ik aan waar ik moet zijn: Het land van Bartje. Inderdaad, de komende vier dagen is dit mijn land.

Hier blijf ik en ga genieten van de korte rust. En dat met een gevoel alsof ik al duizend km heb gefietst. Maar met de 132 km van vandaag zit ik ‘nog maar’ aan 536 km. Ik zit nu halverwege mijn tocht. Vreemd, 1000 km gedeeld door 2 is toch 500 km? Ik doe duidelijk meer kilometers dan gepland. Ik denk dat ik nog veel moet leren over mijn Garmin gps.

Welke dag was tot nu toe de zwaarste? Geen idee. Alle vier misschien, ieder op hun manier. De eerste was ver, de tweede was zwaar, de derde emotioneel en vandaag deed het pijn. Kies maar. Ik zet het allemaal even opzij en denk nog niet aan het vervolg. Wat ik wel ga doen, is een lekker sezoenske drinken nu. Schol…

Dag 3 Fietsen tegen de sterren op

Nadat ik gisteren een snelle rondleiding had gekregen van Arlette, de gastvrouw, is er ’s morgens tijd voor een rustige babbel aan het ontbijt. Ik hoor dat het hele gezin in het muzikale gebeuren zit. Naast de ontbijttafel staat dan ook een mooie vleugelpiano. Als even later de gastheer Rene aan tafel komt zitten en langzaam wakker wordt, blijkt dat het gezin enkele weken geleden is getroffen door een tragische gebeurtenis. Iets wat je als ouder het laatste wenst… Om alles een beetje een plaats te kunnen geven en zich even te bezinnen vertrekt Rene binnenkort naar Frankrijk. Van daaruit zal hij in drie weken meer dan 500 km al fietsend terug naar huis rijden. Ook alleen. En dat op een gewone fiets en met de tent. Zo heeft ieder zijn redenen om een dergelijke  tocht de ondernemen. Ik heb hier veel respect voor. Sommige dingen horen niet te gaan zoals ze doen. Sommige dingen die gebeuren zijn niet juist. Ik ben onder de indruk als ik weer op mijn fiets stap en mijn tocht verder zet. Veel sterkte met je tocht Rene…

 

Het lijkt wel alsof ik alleen op de wereld ben. Het is nog vroeg en de zon breekt langzaam door.

Ik geniet van het uitzicht rondom mij en houd af en toe stil om de schoonheid van de omgeving tot me door te laten dringen.

Ik fiets verder en zie onderaan de dijk een schaduw van een man op een fiets die verdacht veel op mij lijkt.

De zon doet haar werk en al snel doe ik mijn arm- en beenwarmers uit. Rondom mij zie ik ongelooflijk veel windmolens.

Moderne wel te verstaan. Ooit waren de oude in de meerderheid. Tijden veranderen…

Terwijl ik lekker vooruit ga (de wind begint stilaan in mijn voordeel te spelen) neurie ik het liedje van Lou Reed, Just a perfect day. Maar regelmatig komt het verhaal van Rene naar boven en vraag ik me af of het wel allemaal zo perfect is. Zou ik nu niet thuis moeten zijn eigenlijk in plaats van hier wat rond te fietsen…?

Even later kom ik aan bij de afsluitdijk.

Een dertig km lange weg die het IJsselmeer scheidt van de zee.

Hier had ik schrik voor. Niet om er over te rijden, maar wel dat de wind me zou tegen steken. Maar al snel rijd ik tegen 27 km per uur over het fietspad naast de snelweg.

Deze dijk maken moet een echt huzarenstuk zijn geweest.

In 1932 werden de twee stukken samen gebracht en vormen nu één lange verbindingsweg.

Waar de dijk samen is gekomen houd ik even halt en beklim de uitkijktoren om te genieten van het verre zicht rondom mij.

Dan gaat het weer verder richting vasteland.

Ik rijd Friesland binnen en zie dat ze hier ook veel schapen hebben.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vooral het dijkschaap is een soort die je hier veel ziet. Die lopen, zoals de naam al doet vermoeden, veel op de dijken rond. Daarom zijn hun rechterpoten ook korter dan de linker. Anders staan ze scheef en vallen ze om… Juist ja…

 

Ik waag me even aan de andere kant van de dijk, de zeekant, en voel dat ik het al snel koud krijg.

De wind mag dan wel zowat in mijn rug zitten, het is precies of het vriest… in Vriesland…

Ik kies dan ook snel voor de windstille kant van de dijk. En dan plots, zomaar uit het niets, kom ik mezelf tegen. Tijd om wat foto’s van mijn dochter en vrouwtje onder het hoesje van mijn kaarthouder te steken…

Als ik weer richting binnenland rijd, kom ik een bord tegen waar ‘Franeker’ op staat en dat me sterk doet vermoeden dat ik op de juiste weg ben naar het Eise Eisinga planetarium.

Chris heeft daar een afspraak voor me geregeld. Ik ben benieuwd. Hij zei dat het de moeite is.

Vind ik leuk!

 

 

 

 

 

Even later houd ik halt aan een McDOnalds om even online te gaan. Ik kijk eens in de facebook van mijn vrouwke en kan mijn ogen niet geloven wat ik daar lees. Onze hoofdsponsor zal het sponsorbedrag verdubbelen als we duizend ‘vind ik leuks’ hebben! Fantastisch!! Ik heb soms getwijfeld of het wel verschil zou maken als ik nu duizend km zou gaan fietsen of niet. Maar vandaag weet ik dus dat het wel degelijk een verschil maakt. Bedankt Martin en Wendy! Nu gaan voor die duizend ‘vind ik leuks’! Nooit gedacht dat ik facebook leuk ging vinden… Maar stiekem hoop ik dat iedereen die een ‘vind ik leuk’ plaatst, het ECNS ook een beetje steunt. Hoop doet leven zegt men hé…

 

 

Geenen uil

Ik word er, hoe kan het ondertussen anders, heel hartelijk ontvangen door Ellen. Nadat ik mijn verhaal kort heb verteld, mag ik het huis van Eise Eisinga bezichtigen. Het staat vol met informatie over dit oudste, nog werkende planetarium ter wereld. Achter in de werkplaats kan je zien hoe Eise vroeger het wol verwerkte, want dat was zijn hoofdberoep. Maar deze jongen die enkel de lagere school afmaakte zou uiteindelijk veel aanzien krijgen van zijn geleerde collega’s. Hij bouwde een planetarium, aangedreven door slingers en raderen. Het ziet er een beetje uit als een ongeloof groot binnenwerk van een uurwerk. Maar als je in de woonkamer naar het plafond kijkt zie je dat dit echt fantastisch is. Hier kan je echt alles aflezen. Welke dag het is, hoe de planeten staan, wanneer er een zon- of maansverduistering is, hoe laat de zon opkomt of onder gaat… Als je hier ooit in de buurt komt moet je zeker eens binnen springen. Ongelooflijk hoe die man dit heeft klaar gespeeld. En dat in de 18de eeuw. En het werkt dus nog steeds. Mede omdat hij een handleiding heeft nagelaten hoe dit prachtige werk onderhouden moet worden.

Na te hebben geluisterd naar de uitleg van Ellen over de werking van het planetarium kijk ik nog even verder rond en neem dan afscheid van Ellen. Bedankt Ellen. En bedankt Chris.

Tuinhuisje

Ik rijd de laatste 38 km door het Friese land. Als ik door de stad Leeuwarden rijd, moet ik even rechtsomkeer maken omdat de politie de weg heeft afgezet (blijkbaar een uit de hand gelopen 1 aprilgrap hoor ik later van de gastvrouw, iets met een nepbom in het water…). Meteen weet ik alweer waarom ik vandaag zo snel vooruit ga. Het waait weer stevig door.

Blij als ik me weer kan keren, rijd ik door de stad, omgeven door moderne gebouwen, maar een zeer mooie oude binnenstad.

Als ik het oude gedeelte weer verlaat kom ik een soort nederzetting tegen van mensen die blijkbaar tegen het systeem zijn. Het steekt in ieder geval fel af tegen de torenhoge gebouwen rondom.

Maar ik heb nu geen zin om me bezig te houden met maatschappelijke toestanden.

Als ik bij het volgende gastgezin aankom in Noordbergum, word ik ook hier hartelijk ontvangen met een lekker bakkie koffie. Even later laat de gastvrouw mij het tuinhuisje zien dat is omgetoverd tot een woonhuisje.

Lekker knus. Buiten heb ik mijn eigen kookfornuisje.

Ik laat het me allemaal welgevallen. Ook in Friesland weten ze hun gasten te verwennen. Na een lekkere douche eet ik nog wat en kruip ik weer in de pen, of beter het toetsenbord.

Vandaag waren het 132 mooie kilometers. Moest ik er niet 125 per dag doen…? Maar toch, als je zover rijdt, denk je ook veel na, soms te veel.

Morgenavond zie ik mijn schatjes weer en zet ik de hele fietstocht en de vereniging even aan de kant. Qualitytime, of hoe noemen ze dat ook weer? Maakt mij niet uit, als het maar gezellig wordt…

 

Dag 2 Fietsen tegen de sterren op

Hoge bomen

 

Deze morgen vroeg uit bed. Truus verwent me weer met een heerlijk ontbijt. Ik koop nog een verrassing voor mijn schat en dochter in het winkeltje, hang de fietstassen aan mijn stalen ros en wuif Truus uit nadat ik haar heb bedankt voor de gastvrijheid.

De tocht gaat verder door een bomenrijke omgeving. En dat vind ik best. Er staat namelijk veel wind vandaag.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En hoge bomen vangen veel wind. Al zijn ze wel nog wat kaal op dit moment. Onderweg kom ik een leuk infobord tegen dat kan ronddraaien. Het beschrijft de natuur op die plek. Maar het leuke is dat je op die manier veel informatie kan geven, zonder er een verschrikkelijk groot paneel voor te moeten gebruiken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ideetje Bocholt?

 

Eindeloos

 

 

 

 

 

 

 

 

Helaas pindakaas… De hoge bomen maken wederom plaats voor het vlakke landschap met weiden en… weiden. En de wind giert lekker op mijn snuit. Maar als even later het zonnetje er door komt, kan ik toch alleen maar genieten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een lange weg die het landschap in twee deelt zet ik me gewoon in het midden van de weg en eet ik een lekker banaantje. Die zat bij het ontbijt van Truus. Bedankt Truus.

Ik ga verder en als ik rechts afsla merk ik op dat deze weg toch wel enorm ver reikt. Eigenlijk zie ik hem niet eindigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Achteraf zou ik er achter komen dat hij zeker meer dan tien kilometer lang zou zijn. Ondertussen verdwijnt het zonnetje en zie ik voor me donkere wolken bij elkaar pakken. En in de verte zie ik stralen regen naar beneden kletteren. En het komt recht op me af.

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijd om de regenkledij een eerste keer boven te halen. Beer blijft lachen…

Voor ik nat wordt kom ik aan een fietser- en voetgangerpond. Leuk, de benen mogen even rusten, de armen moeten werken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Draaien aan het wieltje, hakke hakke toet toet… Daar komt de regen…

 

Een natje en een droogje

 

In dit geval is het natje de bakken regen die ik over me heen krijg. Dit met de nodige wind op kop maakt het een koude bedoeling. Ik vind het even niet meer leuk. Maar ik laat me niet kennen en denk bij mezelf, erger dan dit zal het vandaag wel niet meer worden. Ik kijk om me heen, maar het dichtst bijzijnde plaatsje waar ik kan schuilen, moet zeker vijf kilometer verder liggen. Er staat hier echt niets…

 

 

 

 

 

 

 

 

Het droogje betekent dan weer een gezellige bistro midden in de natuur. Ik laat mijn fiets verder lekker nat worden en ga me drogen bij een heerlijke warme chocomelk met een berg slagroom. Daarna nog een lekker spinaziesoepje en ik kan er weer tegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

De zon schijnt even later weer en nadat ik een ongelooflijk gekke kip dag heb gezegd, rijd ik weer met volle moed verder.

 

En daar zijn weer de bomen…

 

Ik rijd door een prachtig stukje bosrijk gebied. En dat doet deugd want ik merk op dat ik nog maar gemiddeld aan 11 km per uur zit, stoptijden meegerekend. Normaal moet dat 14 km per uur zijn. De wind is ongemeen hard vandaag.

 

 

 

 

 

 

 

 

De paden zijn onverhard, maar veel beter rijdbaar dan sommige aangelegde paden waar ik al heb over gereden. Ik kom even later een soort os tegen. Een os, los in het bos. Mooi om te zien. Bang zijn ze precies niet, maar ik laat me niet verleiden door het proberen te aaien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Die hoorns zien me er net iets te groot uit…

 

 

 

 

 

 

 

 

Even later kom ik door een gezellig dorpje, Naarden. Dat is volledig omgeven door water en groot opgetrokken wallen. Het lijkt wel een versterkte burcht hier. Ik eet een klein hapje en ga weer verder.

 

De wind in de zeilen

 

Ik kom een eerste keer aan wat een uitloper van de zee schijnt te zijn. Ik stop even aan de oever en kan, buiten het feit dat ik het ook wel voel, nog aan enkele verschillende dingen zien dat het echt wel heel erg waait. En waar de wind vandaan komt, laat ik daar nu juist naar toe gaan… Sommige hebben graag wind in de zeilen. Ik heb hem liever in de rug.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik zie op mijn GPS dat ik 6 meter onder zeeniveau zit. Als de dijken het nu begeven, heb ik zeker natte sokken…

 

 

 

 

 

 

 

 

Wanneer ik de omgeving van Amsterdam nader, is er geen spoor meer van de prachtige natuur waar ik tot nu toe ben doorgereden.  Reed ik eerst nog door een gang in het bos, nu is het gang van beton en staal. Wat later rijd ik midden door de stad. En ondanks ik hier beschermd ben tegen de harde wind, verlang ik terug naar de open vlakte. Op die gedachte zou ik nog terug komen…

 

 

 

 

 

 

 

 

Afzien, afzien en nog eens afzien…

 

In een McDonalds maak ik gebruik van het internet om mijn eerste verslagje door te geven. Maar eerst toch nog vlug een Big Mac door mijn keel. Ah ja…

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik vraag of ik mijn laptopje ergens kan inpluggen in het stopcontact en krijg op de koop toe een kopje koffie van het huis. Zie je wel, die Hollanders zijn helemaal niet gierig.

Het lukt toch allemaal niet zoals ik wil en ik zit veel te lang te prutsen op mijn laptop. Voor ik terug vertrek, bel ik even naar mijn volgende gastadres. Als ik tegen de vrouw des huizes zeg dat ik in aantocht ben, vraagt ze wat ik dan wel kom doen… Euh, ik had toch gereserveerd? Ach, het is wat hectisch geweest zegt ze, maar ik mag afkomen. Ze moet wel om kwart voor zeven vertrekken. Hoe lang ik nog moet? Nog 28 km en het is tien over vijf. Reken maar uit. En dat met 5 beaufort.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik zeg dat ik mijn best doe. Ik moet wel! Ik ben moe, ik wil me douchen en lekker eten. Maar helaas, de laatste 28 km zijn loeizwaar. Het land is vlak, open, weids… Ik raak amper aan 14 km per uur. En ik geef me helemaal. Af en toe moet ik een beetje afdraaien en profiteer ik van de wind.

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar als ik weer aan een fietser- en voetgangerpond kom, zakt me de moed in de schoenen.

 

Ik zet mijn fiets erop en begin te draaien. Ik draai zeker drie à vier minuten. Mijn armen doen pijn, mijn benen en mijn kont ook. Dan gaat het weer verder. Afzien is het. Ik had me voorgenomen dat ik me nergens voor ging haasten. Valt dit even tegen.

 

Aangenaam

 

Ik kom nog net op tijd aan. Mevrouw laat me in geen tijd het huis zien… en vertrekt. Hier zit ik, in iemands anders huis, helemaal alleen. Nederlanders nemen het begrip gastvrijheid wel heel breed. Geweldig! Ik neem een heerlijke douche, en rijd het centrum van Heerhugowaard in. Ik zoek een bistro waar ik iets lekkers kan eten.

Ik ga het restaurant ‘Aangenaam’ binnen. Het is er lekker rustig en gezellig. Net wat ik even nodig heb. Ik ging voor pasta, maar het is een Hollandse biefstuk met frieten geworden. Ik geniet ervan, maar ik moet opletten dat ik niet met mijn kop in mijn eten val. Ik ben moe, kapot. Voldaan rijd ik terug naar ‘huis’. Ik skype nog even met het thuisfront en begin aan mijn verhaal. Eindelijk de laatste regeltjes. Het is 22.39. Na 130 loodzware kilometers, hoop ik dat het morgen beter zal gaan. Morgen moet ik het IJsselmeer over. Meer dan dertig km over de open zee. En de wind zit niet goed…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Was het dan niet aangenaam vandaag? Jawel… het restaurant… dat heet ‘Aangenaam’…

 

Ik heb vandaag even op mijn vrouwtje haar facebook gekeken. Bedankt iedereen voor de reacties. Dat is een hart onder de riem. En nu ga ik dodo doen. Schaapjes tellen zal niet meer nodig zijn….